Expliciete Directe Instructiemodel

We werken in alle groepen volgens het Expliciete Directe Instructiemodel (EDI). Een EDI-les heeft altijd een aantal vaste onderdelen, zoals het benoemen van het lesdoel, het activeren van voorkennis en het uitleggen en begeleid inoefenen van nieuwe leerstof. 

De bedoeling van lesgeven volgens het EDI-model is dat alle kinderen in de klas de doelen halen die de leerkracht heeft gesteld. We hebben hoge verwachtingen van ieder kind. Om dit te bereiken controleert de leerkracht tijdens het lesgeven steeds het begrip van de kinderen. Kinderen die meer tijd nodig hebben om de doelen te bereiken, krijgen extra instructie.

In de klas kun je zien dat we met het EDI-model werken. Zo staan de lesdoelen altijd op het bord, heeft elke leerkracht een beurtenbakje met de namen van de kinderen erin en hebben de kinderen wisbordjes om tijdens de instructie mee te werken. Op deze manier zijn alle kinderen actief betrokken bij de les.

In de EDI-les is veel ruimte voor interactie tussen de leerkracht en de leerlingen en de leerlingen onderling. In de bovenbouw leren de kinderen ook vaardigheden over het leren zelf, zoals aantekeningen en schema's maken van de lesstof. Zo bouwen ze inzicht op over hun eigen leren.

Door de lessen in te richten volgens het Expliciete Directe Instructiemodel worden alle kinderen gezien door de leerkracht. Ze merken dat ze de leerstof beheersen en krijgen vertrouwen in zichzelf.